EXAVB Cca 4G16

Mits de hieronder beschreven voorwaarden worden gerespecteerd, dan kan de kabel worden geïnstalleerd en gebruikt bij lage temperaturen tot -20°C:

Minimum temperatuur tijdens de installatie

Idealiter wordt de kabel niet bij een omgevingstemperatuur van minder dan 5°C geïnstalleerd. 
Indien dit niet mogelijk is, moet de kabel gedurende 24 uur in een verwarmde ruimte van minstens 20°C worden bewaard. Tijdens de installatie moet de temperatuur van de kabelmantel goed worden bewaakt. Als deze te veel afkoelt (onder 5°C), moet de kabel opnieuw worden opgewarmd.

Minimumtemperatuur tijdens gebruik

De kabel kan werken bij een minimale omgevingstemperatuur van -20°C, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

• de voorzorgsmaatregelen voor de minimumtemperatuur tijdens de installatie werden in acht genomen;
• de kabel is gelegd volgens de regels van de goede praktijk en met name de buigradius is tijdens de installatie nauwgezet in acht genomen
• de kabel mag na de installatie helemaal niet bewegen: geen herpositionering en zeker geen blootstelling aan trillingen

De maximale trekkracht door een trekkop bevestigd op de koper geleiders wordt in de constructienorm NBN HD 603 als volgt gedefinieerd:
Max. trekkracht P = S mm² x 50 N/mm² 
met S de som van de nominale sectie van alle geleiders.
De bewapening wordt bij deze berekening buiten beschouwing gelaten.